Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 06-03-2022

ERNST, AARTSBISSCHOP EN KEURVORST VAN KEULEN

betekenis & definitie

was de jongde Zoon van ALBERT DEN V, Hertog van Beijeren, geboren in het Jaar 1544. In den jaare 1566 werd hij verkoorentot Bisschop van Frijsingen; in het Jaar 1373 , van Hildesheim; in het Jaar 1580 van Luik, en in het Jaar 1586 van Munster. Reeds in het Jaar 1583, was hij aangedeld tot Aardsbisschop van Keulen, in de plaats van GEBHART TRUCHES, die, om zijne verandering van Godsdienst, en aangegaane Huwelijk, van die waardigheid ontzet was, en zedert zijn verblijf hield in de Nederlanden, en wel inzonderheid te Delft. Zo sterk als TRUCHES, door de Staaten, oudersteund werd, zo kragtig ondersteunden de Koning van Spanje deezen ERNST, wien hij vijfduizend Man te hulp zondt.

De Stad Bon werd, door verraad; aan den Bisschop overgegeeven. MARTEN SCHENK heroverde dezelve daarna. Bisschop ERNST vervoegde zig in Persoon bij PARMA, en verzogt van hem meerder bijstand. Toen nu de begeerde hulp achter bleef, wilde hij naar Beijeren te rug keeren; doch de Paus beval hem, in zijn Bisdom te blijven. Hij zette dan den Oorlog voort, en kwam alle zwarigheden te boven. Hij leefde tot in het ]aar 1612, en overleedt te Arendsberg, in Westphalen.STRADAS, Nederl, Oorl, II Deel, en THUANUS.

< >