Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 06-03-2022

ERICUS DE I of ERIK, zoon van RINGO

betekenis & definitie

en broeder van den in de oude Geschiedenissen van Nederland zo beruchten HARALD; hij regeerde, omtrent het Jaar 815, als Koning van Denemarken. Na den dood van SIWART, zou een andere ERIK, zoon van SIWART, op den troon verheeven worden; doch dewijl hij nog onmondig was, en ERIK zig reeds beroemd gemaakt had, werd deeze als Koning verkooren. Eer hij die waardigheid bekwam, was hij gevlugt, en had zijne toevlugt genomen tot Koning LODEWIJK DEN VROOMEN, en zig, met zijnen broeder HARALD, te Metz doen doopen.

De Keizer schonk hem daarvoor een deel van Friesland, tot zijn onderhoud, met bevel om de grenzen van het Rijk, tegen den inval der Deenen en Noormannen, te beschermen. Ook werd hij begiftigd met Dorestadt, aan den Rhijn. De geduurige invallen zijner landslieden bragten Keizer LOTHARIUS in vermoeden, dat hij ontrouw handelde; hij ontnam hem, uit dien hoofde, Dorestadt, en wierp hem in hegtenis. Heimelijk ontkomen zijnde, zogt hij hulp bij LODEWYK den Duitscher, die hem beschonk met eenige plaatzen in Neder-Saxen. Aldaar verzamelde hij een Leger, viel ’er mede op LOTHARIUS aan, verwoestte de Landen aan de Noordzee, en hernam Dorestadt. LOTHARIUS Sloot hierop een verbond met hem, waarbij ERIK beloofde, de grenzen van Friesland te zullen beveiligen, zo als hij deed. Zijn broeders zoon, GUNTRAM, stond naderhand tegen hem op; zjj leverden elkander slag: al wat van adel was, sneuvelde daarbij, uitgenomen de bovengemelde ERIK, die toen Koning werd.

< >