van Holland, van ouds genoemd Erf grootstalmeester des Graaven van Holland. Voortijds was dit Erfmarschalkschap verknogt aan de Heerlijkheid van Naaldwijk, in Delfland. WILLEM, Heer van Naaldwijk, werd genoemd, Erfmarschalk en Rentmeester Generaal van Holland. Prins FREDRIK HENDRIK werd, door koop van den Graaf van AREMBERG, voor drie honderd vijftig duizend guldens, in het Jaar 1612, Heer van die Heerlijkheid; en, uit hoofde daarvan, zogt men, in het Jaar 1617 en 1618 , hem onder de Edelen van Holland te doen beschrijven. Maar dit, buiten kennis vau Prins MAURITS, niet konnende geschieden, bleef het, om bij hem geene jalouzij te verwekken, agterweegen; doch op den grond van eigendom, die hem toe kwam, verzogt hij, aan de Staaten van Holland, in het Jaar 1637, dat hem, bij koop, ook de Heerlijkheid van 's Gravezande en Zand-Amtbagt mogt worden toegestaan; waarin, op zijn voorslag , bewilligd werd.
Hier door verkreeg de Prins een dubbel regt, om onder de Edelen van Holland beschreven te worden.Deeze Erfmarschalk , of Erfgrootstalmeester, had, ten tijde der Hollandsche Graaven, in die hoedanigheid, van ieder paard, met het welk de Graaf iemand beschonk , uit aanmerking van den hoogen prijs des Gelds, maar éénen gulden. Zijne bediening bestond, in het hooge opzigt en de wagt over de. Graaflijke Stallen; dat is, zo wel over de Stalbedienden, als over de Paarden, het voeder, en het geen daaglijks aan dezelven moest gegeeven worden. Zo ook was het des Marschalks post, de nodige paarden te bezorgen, aan alle persoonen, ieder volgens zijnen rang, welke gehouden waren, den Graaf op de reis te verzeilen; en ook boven dien zorge te draagen, dat geene knegten of andere geringe persoonen, even als de lieden van adel, de stoutheid hadden, ’s Graaven paarden te gebruiken. Eindelijk was hij gehouden, jaarlijks aan ’s Graaven Schatmeester te geeven, een lijst van het getal en de waarde der paarden, die zig in de Stallen bevonden , en ook van die, welke door den Graaf, geduurende dat Jaar, aan dezen en geenen geschonken waren. Hoewel, met de afzweering van den Graaf, ook dit Ampt wezenlijk vernietigd is, heeft, echter, Prins FREDRIK HENDRIK, bij het koopen van Naaldwijk, den tijtel daarvan behouden, om reden boven gemeld.
Zie Vaderl. Historie, VII Deel, bl. 246. en XI. Deel. bl. 250.
VAN LOON aloude Regeeringswijze , V. Deel. bl. 515, enz.