ook bekend bij den naam van JANUS DOUZA SECUNDUS, als zijnde de oudste zoon van bovengemelden, werd gebooren in het jaar 1572. Hij volgde zijnen vader, met allen ijver, op het spoor der geleerdheid, en kreeg eerlang den roem van te zijn een groot Taal- en Historiekundige, daarbij een goed Digter, Philosoof en Wiskunstenaar.
Allen, die hem kenden, waren overtuigd, dat hij zijnen vader, indien niet overtroffen, ten minsten zou geëvenaard hebben, zo de dood hem niet belet hadde, dien trap te bereiken. Hij stierf in den bloei zijner jaaren, den 21den December 1596, laatende, op den ouderdom van vier-en-twintig jaaren, in de waardigheid van Bibliothecaris van de Leidsche Academie, verscheidene Latijnsche Werken na.Zie SWEERTIUS, FOPPENS, VAL. ANDREAS.