Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

CASTRICUM, of Castricom, ANDRIES DIRKSZ. VAN

betekenis & definitie

Pastoor van St. Pancraskerk, te Enkhuizen, werd, in het jaar vijftien honderd vijf-en-zestig, na dat hij zig, in zijne predikatiën, als ook in eenige geheime bijeenkomsten, tegen de leere des Pausdoms had verzet, door RUDOLF STRAKMANS, Deken van West-Frieslandl, in persoon gedagvaard, en, verscheenen zijnde, in een besloten kamer in gevangenis geleid, met oogmerk om de proceduuren tegen hem ten sterksten voorttezetten.

Doch eenige Burgers van Enkhuizen begaven zig naar Hoorn, en verlosten hem; waarover zij, in het volgende jaar, volgens vonnis van Schepenen, beslagen werden in een boete van zeventien pond. CASTRICUM, die de vlucht naar Embden genomen had, werd, door bezorging van COOLTHUIN, in ‘t jaar vijftien honderd zes-en-zestig, de eerste Predikant te Enkhuizen; welke Gemeente hij, echter, nog een tijd verlaaten moest. In ‘t jaar vijftien honderd zeventig, werd, op last van den Schout, zijne moeder, TRIJN JANSZ, gevangen genomen, ter oorzaake dat de Schout beweerde, dat zij, met haaren zoon, den nieuwen Predikant, conventiculen gehouden had; doch de Schout, zijne beschuldiging met geene behoorlijke bewijzen kunnende staaven, werd de oude vrouw, door Schepenen, kost- en schadeloos ontslagen, en gevonnisd om voor zonnenondergang, op zwaarder straffe, de Stad te verlaaten. Bij het overstaan der Stad, tot ’s Prinsen zijde, was CASTRICUM de eerste, die, in de Kerk, daar hij voorheen Pastoor geweest was, den Godsdienst, naar de wijze der Hervormden, verrichtte; hebbende tot medearbeider zekeren RICHARD KLAASZOON, mede van Enkhuizen.

Zie BRAND en CENTEN, Hist. van Enkhuizen, bl. 121, 122, 128, 135 en 136. BRANDT, Hist. der Reform. I. Deel, bl. 251, 252, 335 en 511.

< >