een, naar diep tijd, bekwaam Amsteldamsch Dichter, die grootsch en verheeven in zijnen stijl, en klaar in zijne uitdrukkingen was; zijn smaak viel inzonderheid op de Toneel Poezij. L. SMIDS noemt hem een man van verwonderingswaardige geleerdheid, en schoone vindingen; en in zijn Lofdicht, op het Treurspel van Juliaan de Medecis, noemt hij hem zijn weergaloozen Nederlander. Van het spel zelf zegt hij:
Mijn ASSELIJN, het spel is heftig,
Staatkundig, zinrijk, net en deftig.
Behalven een groot aantal Mengeldichten, heeft men van hem in druk zeventien verschillende Toneelspellen.
Zie HOOGSTRAATENS Woordenboek.