had ter Gemalinne BERTHA, Dogter van GERRARD VAN STERKENBURG. Hij bevond zig in den strijd voor Wieringen, onder de Banier van JAN DEN I, Hertog van Braband, en voegde zig daarna bij Graaf FLORIS van Holland, toen deeze den dood van zijnen Vader, op de Friezen, ging wreeken.
Voor de diensten, door hem, aan beide deeze Vorsten beweezen, werden de Burgers van Gorkum, door geheel Braband, Holland en Zeeland, tolvrij, te water en te Land, verklaard. Naderhand voegde hij zig bij Graaf JAN, in den slag tegen de Friezen, bij Alkmaar. Hij zig daar bij in ’t spits bevindende, sneuvelde onder de eersten. Behalven zijnen Zoon JAN, en zijne Dogter BERTHA, word nog gemeld eene Dogter GEERTRUID, die ten man kreeg Heer GIJSBERT VAN KUILENBURG. Hij sneuvelde in 1297, waar in GOUDHOEVEN en VAN LEEUWEN mede overeenstemmen; doch in plaats van den Xden, noemen zij hem den IXden Heer van Arkel.