ook wel ANSELINUS genaamd, was een Man zonder kennisse, en zeer onervaaren in ’t leeven der Kloosterlingen; en, echter, werd hij den Monniken, door de Gravinne PETRONELLA, tot zevenden Abt van Egmond opgedrongen. Wat schade hij der Abdije gedaan hebbe, en hoe de Monniken over zijn verkwisting en kwade Regeering te onvrede waren, kan men in de Jaarboeken van Egmond zien.
In ’t jaar 1129, vond hij zig genoodzaakt, tegen wil en dank, zijne plaats te ruimen aan WALTERUS, die hem volgde.