Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

ANGELEN

betekenis & definitie

een Volk, ’t welk zijne woonplaats had omtrent de Rivieren Plava en Albis ofte Elve; beslaande de helft van het Hertogdom Lunenburg, en het Westergedeelte van dat van Meklenburg. Zij worden mede geteld onder die volken, welke, omtrent het jaar 451, onder ’t geleide van HENGIST en HORSA, den tocht naar Brittannie ondernamen.

Zie TACITUS; VAN LOON, Aloude Historie, I. Deel, bladz. 236.

< >