Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 24-11-2022

HENGIST EN HORSA

betekenis & definitie

HENGIST EN HORSA, BROEDErs, twee vermaarde opperhoofden der Saxers, de eerste van welke den tijtel van Koning voerde, die, omtrent het midden der Vijfde Eeuwe, een goed deel hunner onderzaaten, nevens eene menigte Friezen, na Britannie overvoerden, en aldaar zeer aanzienlijke veroveringen maakten. Veelen dier beide Volken vestigden zich, zedert, in dat Rijk.

Niet onwaarschijnlijk is de gissing van zommigen, dat, in deeze Landverovering, de reden en oorsprong moet gezogt worden der merkwaardige overeenkomst tusschen de Engelsche en de aloude Friesche Taale.

< >