General Major van het Voetvolk, Kolonel in dienst van den Staat, Kommandeur van de Stad Hulst, en derzelver onderhoorende Forten, werd gebooren den 14 November 1657, in het Landschap Drenthe, in het Fort de Beurtange. Zijn Vader was GERRIT AMAMA, een Man van Edele afkomste, en Kommandent van gemelde Fort, Kolonel onder de Friezen, en naderhand Kommandeur der Stad Emden; van zijne Krijgsverrigtingen zullen wij melding maken op ’t Art. SWARTSLUIS, en andere plaatzen, die hij, in 1672, tegen de Fransche magt trachtte te beschermen.
Zijne Moeder, BERNUNDINA VAN VIERZEN, was eene Dogter van den Generaal Muntmeester van Friesland. JOACHIM, de eenigste van hunne overgebleevene Kinderen, genoot alle de zorg hunner opvoeding. Naauwlijks had hij den Ouderdom van 12 Jaaren bereikt, of hij verkreeg een Vaandel, onder de Kompagnie van zijnen Vader. Tegen deszelfs zin, werd hij, in het Jaar 1681, tot Kapitein aangesteld. In het volgende Jaar trouwde hij met de Dogter van een Burgemeester van Hulst, PETRONELLA DE VRIEZE genaamd, in het Jaar 1689 bekwam hij den rang als Major; in 1690 als Kolonel; in 1703 als Brigadier; in 1709 als Generaal-Major; na den slag van Malplaket, waar in hij, zo als in andere voorvallen, zig met roem gekweten had, werd hij, in 1713, tot Kommandeur van Hulst aangeleid. Hij verloor zijne Huisvrouwe in het Jaar 1684, en hertrouwde, in 1693, met de Dogter van Heere FILIPS VAN HUMALDA, Raadsheer in ’t Hof van Friesland.
Hoe veele wreedheeden en onhandigheden hij, in den Oorlog, ook had bijgewoond, zijn minzaam, bezadigd en eerlijk karakter werd, echter, daar door niet veranderd; hij bleef altoos de Menschenvriend; de Christen en de Krijgsman scheenen in hem vereenigd: hij oeffende de plichten als Soldaat, en gebood als Officier; vergeetende nooit de plichten, die hij aan God, aan den Staat, en aan zijne Medemenschen schuldig was. Dus den ouderdom van drie en zestig Jaaren bereikt hebbende, stierf hij, in het bijzijn van zijne Kinderen en Kinds-Kinderen, den 3 Julij van het Jaar 1720.
Zie JAN HUYBERT JUNGIUS, Lijkreden op Amama, gedrukt te Rotterdam, 1720, in 410.