en Neef van den bovenstaanden JACOB ALTING, aan wien deeze de bezorging van de Uitgave zijner schriften verzocht had. Hij was Burgemeester te Groningen, en een Man van groote bekwaamheid; hij overleed aldaar den 2 Augustus van ’t Jaar 1713, in den Ouderdom van 76 Jaaren.
Van hem heeft men eene gewijde Chronologie, en eenen Wegwijzer, bekend onder den naam van de Tafel of Reiskaart van Peutinger, en ook eene uitneemende beschrijving van de Nederlanden, reeds dikmaals door ons aangehaald, onderden naam van Notitia Germaniae Inferioris, vertoond in vijf kaarten en aanteekeningen over alle de plaatzen in dezelve, zo wel in Grieksche als Latijnsche schriften vermeld. Een arbeid, waarlijk, die door niemant kon worden ondernomen, dan door een Man als deezen, die in de kennis der Aardrijksbeschrijvinge, en de Geschiedenissen der Grieken en Romeinen, doorleerd was.De vijf Kaarten, die door den Heer ALTING hier toe bereid waren , vertoonen: de eerste een ontwerp of belchrijving van het oude Germanie, of Nederduitschland, met aanwijzing van kwalijk vertoonde Plaatzen. De tweede, die van ’t Land der Batavieren en Friezen, aan deeze en geene zijde van den Rhijn, zo als het thans onder de Republijk behoort. De derde verbeeld het Land, zo der Batavieren, als van anderen, zo als het hedendaags gesteld is, doch alleen aan deeze zijde van den Rhijn. De vierde, het Eiland en vaste Land der Batavieren; en de vijfde, het oude Land der Friezen.
De aanteekeningen, daar op gemaakt, dienende tot verklaaringe van de Ouden, zijn door den Heer ALTING, gemakshalve, volgens order van ’t A. B. C. geschikt, en van dien aart, als wij ’er reeds eenige hebben medegedeeld. Dit werk is voorheen te Amsteldam, bij de WETSTEINS, in ’t Jaar 1697, in fol. in vijftig bladen, buiten de Tijtelplaat, gedrukt.
Zie Memoires de Trevoux, Fevrier, 1714.