bekleedde, voor de Provintie Zeeland, den rang van Vice-Admiraal, op de vloot, die, in ’t jaar 1607, onder bevel van der Hollandschen Admiraal JACOB VAN HEEMSKERK, in den vermaarden slag voor Gibralter, tegen de Spanjaarden, de overwinning behaalde. ALTERAS voerde het schip de Roode Leeuw, en was van den Admiraal gelast, om den Vice-Admiraal der Spaanschen aan te tasten.
De wind hem belettende, deezen aan boord te komen, oeffende hij zijne magt tegen een ander gedeelte der Vijandelijke Vloot, schoot twee Gailioenen geheel reddeloos, en ontramponeerde verscheiden andere. Na den roemruchtigen dood van den Admiraal HEEMSKERK, stelden die van de Staatsche Vloot ALTERAS in deszelfs plaats, en, op het Schip van den gesneuvelden Admiraal, deszelfs geweezen Kapitein, PIETER WILLEMSZ VERHOEF, tot ViceAdmiraal. Vervolgens maakten zij de behoorlijke schikking, om den Vijand alle moogliike afbreuk te doen; het minder gedeelte der Vloot zeilde, onder VERHOEF, naar de Vlaamsche Eilanden, onthoudende zig ALTERAS omtrent de Kusten van Portugal, daar hij, niet zonder voordeel, kruiste, tot op den tijd van ’t opöntbod.’s Mans lof, bij de bovengemelde gebeurtenis,vind men herdagt, in zekere aanmerkenswaardige Deductie van de Heeren Staaten van Zeeland, nopens den rang der Vlag-Officieren, in het Jaar 1666, aan die van Holland toegezonden. Om de waarde der Zeeuwsche Zeehelden te betoogen, merkten de Staaten aan, hoe ALTERAS, als de tweede in de Vloot, hier boven gemeld, in ’t Opperbevel was opgevolgd, de aangevangen onderneeming op Gibralter, nevens den Zeeslag, loffelijk volvoerd, en de Vloot, zegepraalende, in het Vaderland gebragt had.
Schoon aan ALTERAS, door de Vlootelingen, het Opperbevel als Admiraal was opgedragen, schijnt hij, nogthans, geenen hooger rang van den Staat verkreegen te hebben, om reden dat men hem naderhand nog, als Vice-Admiraal, onder den Hollandschen Admiraal JOACHIM HENDRIK SWARTENHOND, tegen de Spaanschen in de Middellandsche Zee heeft gezonden : bij welke gelegenheid hij, midden in het gevecht, agter op de Campanje staande,kloekmoedig strijdende, omtrend Kaap Molk, op den 16 October 1622, uit het Schip van den Spaanschen Schout bij Nacht, met twee Kogels, zodanig getroffen werd, dat hij dood ter neder viel.
Zie E. VAN METEREN, Nederl. Historie, fol. 564; WAGENAAR, IV. Deel. Notulen van Zeeland, 1666. Leven der Zeehelden; LE RUE, Heldhaftig Zeeland, bl. 119 en 120.
