was Leeraar onder de Mennoniten, eerst te Delft, en daar na te Haarlem: zonder dat men vind aangeweezen, den tijd, wanneer hij gebooren of gestorven is. Eenige van zijne schriften, die meest in twistredenen bestonden, zijn gedrukt tusschen de jaaren 1626 en 1630.
SCHIJN, Hist. der Menn. III. Deel, bl. 129.