Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

ADOLPH van Nassau (Bisschop)

betekenis & definitie

Zoon van den laatstgenoemden Adolph; nadat hij tien Jaaren Bisschop van Spier was geweest, werd hij, door het gantsche Kapittel van Mentz, tot Aardsbisschop en Keurvorst verkooren; maar Paus Gregorius de Elfde stelde den Bisschop van Bamberg aan, het geen door Keizer Karel den Vierden bekragtigd werd. Adolph, hoewel hij een grooten aanhang had, geraakte niet in het geruste bezit, dan na den dood des Bisschops, 1380. Zedert dien tijd regeerde hij met lof en rust tot 1388, wanneer hij stierf. Ibid. bl. 96.

< >