Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

ADELARD

betekenis & definitie

gebooren in ’t jaar 753, in de Nederlanden, in het gewest van Austrasie, was een Zoon van Bernard, en Kleinzoon van Karel Martel. Eerst werd hij opgevoed aan ‘t Hof van zijnen Oom Pipijn, en ging van daar naar de Abtdy van Corbie. Doch de lust tot grooter afzondering dreef hem naar ‘t Klooster Mont-Cassyn, van waar hem Karel de Groote, Ao. 777, deed te rug komen, en hem aanstelde tot eersten Staatsminister van zijnen Zoon Pipyn, Koning van Italië, in ‘t jaar 796. Ao. 809. werd hij, met eenige Prelaten, naar Rome gezonden, om het toen in zwang zijnde geschil, wegens den uitgang van den H.

Geest, te beslissen. Pipyn ontviel hem in ‘t daaraanvolgende jaar, en liet hem het bewind over eenen Zoon van 12 of 13 jaaren. Na den dood van Karel den Grooten, werd hij, door Lodewijk den Goedertierenen, in de Abtdij van Heze gebannen, en verbleef aldaar 3 jaaren; doch keerde, na verloop van dien tijd, naar die van Corbie te rug, en stierf ’er, in 827, oud zijnde bijna 73 jaaren.

Zie DU PIN, Bibltoth. Ecclesiast. Tom. 8.

< >