[/i]is, naar mijne gedachten, de persoon, van wien men in ‘t beleg van Alkmaar zo veel gewag vindt, en was dezelfde, die, na dat de Roomschgezinden, in ‘t Jaar 1579, eenige beweeging te Bommel veroorzaakt hadden, door ‘t inbrengen van Krijgsvolk, hen wist tot bedaaren te brengen. Gemelde TE WATER zegt, dat hij was Burgemeester te Meechelen; dat hij mede een der Teekenaars van ‘t Verbond der delen was, na dat hij, in 1572, uit Mechelen gebannen, in Augustus aldaar te rug was gekomen, en zig, met A. van Dorp van die Stad voor Oranje verzekerd had.
Zijne bedrijven in ’t Noorderkwartier zijn, ter aangeweezen plaatze, bij BOOMKAMP te zien.In ‘t Jaar 1575, werd hij Bevelhebber te Gorkum, en verrichtte te Bommel, hetgeen zo even gezegd is. Ook was hij tegenwoordig bij de Begraafenis van den Prins Willem den I, die hem zeer beminde. In ‘t Jaar 1541, zoude hij in den Egt getreden zijn met Clara des Baries.
Ibid. bl. 137. BOOMKAMP, Beschrijving van Alkmaar, bl. 206-259. Vaderl. Hist. VII. Deel. bl. 299. BOR, XI. Boek, bl. 38.