Definities van Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen in de Ensie V
- Voorgeven — voorwenden
- Voorhanden
- Voorheen
- Voorkeur — voorliefde
- Voorkomen
- Voorliefde
- Voorloopig
- Voornaam
- Voornemen
- Voorouders
- Voorrede
- Voorschrift
- Voorshands
- Voorslag
- Voorspannen
- Voorspellen
- Voorspoed
- Voorstaan
- Voorstander
- Voorstel — voorslag
- Voorstelling — begrip — denkbeeld — idee
- Voortdurend
- Voortgaan — voortvaren
- Voortvaren
- Voorvaderen
- Voorval
- Voorvallen
- Voorvechter
- Voorwaarde
- Voorwenden
- Voorwerp
- Voorzeggen
- Voorzichtig
- Vorderen
- Vorm
- Vorst
- Vreemd
- Vreemdeling — vreemde
- Vrees
- Vreesachtig
- Vreeselijk
- Vreezen
- Vreten
- Vreugde
- Vrij
- Vrijmoedig — vrijpostig — brutaal
- Vrijpostig
- Vrijster
- Vrijwaren
- Vroeger
- Vroolijkheid
- Vroom
- Vroomheid
- Vruchtgebruik
- Vruchtgenot
- Vuur