Heraclīdes - Ἡρακλείδης, 1) bevelhebber der ruiterij onder den jongen Dionysius; later verbannen, nam hij deel aan de onderneming van Dio, doch spoedig verwekte hij onrust en werd hij op last van Dio gedood.—2) beroemd geneesheer, vader van Hippocrates.—3) van Tarentum, zeer geleerd geneesheer in de eerste eeuw, men zegt dat hij in zijne talrijke werken niets schreef, wat hij niet zelf onderzocht had.—4) van Erythrae, een geneesheer die over de werken van Hippocrates schreef. Hij leefde ten tijde van Strabo.—5) Her. Ponticus, een rijk en aanzienlijk man van Heraclēa Pontica, woonde te Athene de lessen van Plato en Speusippus bij, en hielp zijne vaderstad zich van den tyran Clearchus te bevrijden.
Hij stierf aan eene beroerte. Bij voorkeur beoefende hij de sterrenkunde, en hij zoude reeds de beweging van de aarde om haar as gevonden hebben. Overigens getuigden zijne talrijke wijsgeerige, taal- en geschiedkundige werken van groote geleerdheid, maar weinig oordeel.—6) van Cyme, ouder tijdgenoot van Alexander d.
G., schrijver van een perzische geschiedenis.—7) z. Heraclitus no. 3.