geleerdheid
(19e eeuw) (spot.) geleerd persoon. Vgl. deskundoloog*. • Ik verdenk integendeel die Inlandsche geleerdheden sterk, mij onder elkaar nog braaf te hebben uitgelachen over mijne nuttelooze inmenging — en voor de vrouwen was het helaas een vingerwijzing, om eventueel maar gedwee aan de afpersing te voldoen. (Het nieuws van den dag: kleine c...