Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

WINTERSPORT

betekenis & definitie

Voor heel veel mensen is de zomer de bij uitstek geschikte tijd om allerlei vormen van sport te beoefenen. Wie van sport houdt, hoeft echter ook in de wintermaanden niet stil te zitten.

Er zijn namelijk allerlei vormen van wintersport. Sommige ervan zijn de laatste jaren zo populair geworden, dat talrijke mensen tegenwoordig op wintersportvakantie gaan en speciale wintersportplaatsen in de bergachtige streken van Duitsland, Zwitserland, Italië, Oostenrijk en Frankrijk trekken elk jaar meer bezoekers. Een van de oudste wintersporten is de schaatssport. De eerste schaatsen werden gemaakt uit dierenbeenderen. Moderne schaatsen hebben minstens een metalen ijzer en zijn in veel gevallen zelfs geheel van metaal vervaardigd.

De schaatssport valt uiteen in het hardrijden en het kunstrijden. Hardrijders op de schaats hebben slechts één doel: een zo hoog mogelijke snelheid ontwikkelen. Kunstrijders daarentegen hebben geen belangstelling voor snelheid. Hun streven is slechts zich in zo sierlijk mogelijke figuren over het ijs te bewegen. Schaatsen spelen ook een belangrijke rol in een andere ijssport: het ijshockey. IJshockeywedstrijden worden meestal gespeeld op overdekte kunstijsbanen, hoewel het ook mogelijk is deze sport in de openlucht te bedrijven. Doel van het spel is met behulp van sticks een rubberschijf (de ‘puck’) in het doel van de tegenstander te werken.

Ook de slede is een geliefd wintersportmiddel. Soms worden sleden alleen maar voortgetrokken; in andere gevallen echter worden ze gebruikt om pijlsnel langs besneeuwde hellingen naar beneden te glijden. Een heel speciale vorm van de sledesport is het bobsleeën. Een bobslee bestaat uit twee sleden, die door middel van een platform met elkaar zijn verbonden. Een bobslee kan bemand zijn met twee of vier personen en wordt gebruikt op speciaal aangelegde, zeer snelle banen. Bobsleeën is een opwindende en lang niet altijd ongevaarlijke sport.

Heel populair is tegenwoordig de skisport.

Deze sport stamt naar alle waarschijnlijkheid uit Noorwegen. Skiërs binden onder elke voet een lange dunne lat en suizen op die latten naar beneden langs steile, besneeuwde hellingen. Tijdens die pijlsnelle tocht houden ze zich in evenwicht met behulp van twee aan het uiteinde verzwaarde ‘prikstokken’, waarmee ze zich ook kunnen afzetten aan het begin van de helling. In veel wintersportplaatsen zijn zg. skischansen gebouwd. Via deze skischansen kan een skiër zich in de lucht verheffen en indrukwekkende sprongen maken. Natuurlijk is deze vorm van skisport alleen geschikt voor zeer geoefende skiërs.

In sommige landen wordt in de wintermaanden ook het ijszeilen beoefend. IJszeilboten lijken wel wat op gewone zeilboten, zeker als ze geheel zijn opgetuigd. Ze zijn echter uitgerust met stalen glijders, een soort grote schaatsen, waarmee de ijszeilboot over het bevroren water glijdt.

Een andere ijssport is het ijscurling, dat ontstaan is in Schotland. Bij ijscurling staan twee viermansteams tegenover elkaar, die elk proberen het hoogste aantal punten te scoren door zware granieten ‘stenen’ naar een verafgelegen doel te schuiven.

Op de Olympische Winterspelen, die elke vier jaar gehouden worden, staan een aantal wintersporten op het programma. De voornaamste zijn: hardrijden, kunstrijden, ijshockey, diverse skisporten en bobsleeën.

< >