De Chinese jongen op de tekening oefent zich in het gebruik van een telraam. Zijn raam bestaat uit houten kogels, die langs twee rijen vertikale staafjes glijden.
Het telraam wordt van rechts naar links ‘gelezen’.Elke kogel aan het meest rechtse, onderste staafje stelt het cijfer 1 voor; elke kogel aan het meest rechtse, bovenste staafje het cijfer 5. De kogels aan het op één na rechtse staafje onder staan voor het cijfer 10; de kogels aan het staafje daarboven voor het cijfer 50. De staafjes daar weer naast stellen de cijfers 100 (onder) en 500 (boven) voor, enzovoort. Slechts die kogels ‘tellen’, die tegen de horizontale dwarsbalk zijn geschoven. Op het bovenste telraam staat dus het cijfer 1524.
In onze streken wordt het telraam nauwelijks meer gebruikt. Dit in tegenstelling tot de landen in het Verre Oosten, waar telramen nog tot de dagelijkse gebruiksvoorwerpen behoren.