Ongeveer 300 jaar geleden ontstond er in Engeland een godsdienstige beweging, die zich de ‘Gemeenschap der Vrienden’ noemde. Aanvankelijk werden de leden van deze groep vervolgd, omdat hun overtuiging een gevaarlijke nieuwigheid leek.
Ze werden ‘Quakers’ genoemd, omdat een van hun uitspraken was, dat men moest beven (beven is in het Engels ‘to quake’) voor het woord van God.Veel Quakers emigreerden naar de Verenigde Staten, waar ze aanvankelijk al evenmin erg vriendelijk verwelkomd werden. Dat veranderde echter en tegenwoordig hebben de Quakers zich over geheel Noord-Amerika verspreid.
Tot 1800 hieven ze zelfs in het vooruitstrevende Amerika gekleed gaan in speciale kostuums.
Het leven van de Quakers valt op door zijn grote eenvoud. In hun godsdienstoefeningen kennen ze geen predikanten, geen koren en geen orgels. Iedereen kan er het woord nemen, doel ervan is gezamenlijk na te denken over God.
De Quakers weigeren uit principe wapens aan te raken. Ze beschouwen elke oorlog als een strijd tussen broeders. Wel zijn ze bereid in tijden van oorlog hun uiterste krachten in te spannen als ziekenverpleger.
De Quakers onderscheiden zich door hun mensenliefde, hun eerlijkheid en hun hoogstaande manier van leven.