(429—347 v. Chr.) De Griek Plato wordt beschouwd als een van de grootste wijsgeren en schrijvers uit de geschiedenis van de mensheid.
Een opleiding door Socrates vervreemdde hem van de politieke loopbaan, waartoe zijn adellijke afstamming hem eigenlijk bestemd had. In de buurt van Athene stichtte hij een onderzoek- en studiecentrum op het gebied van de wiskunde en de wijsbegeerte: de Academie. Het voornaamste onderwerp van Plato’s denken was datgene, wat juist en goed was. Welke voorwaarden moet een mens of een gemeenschap vervullen om ‘juist’ te zijn? Kan die deugd onderwezen worden? Welk verband moet er bestaan tussen de politiek (d.w.z. de organisatie van de staat) en de wijsbegeerte (d.w.z. de kennis of tenminste de liefde voor de Waarheid en het Goede)?We kennen de gedachten van Plato uit zijn ‘Dialogen’: verzonnen gesprekken tussen zijn leermeester Socrates en verscheidene vragenstellers. Die dialogen blinken uit door humor, natuurlijke toon, karaktertekening en spitsheid van vraagstelling. Ze vormen het beste werk uit de Griekse prozaliteratuur.