De Noordamerikaanse roodkeel-kolibri is de kleinste vogel ter wereld. Het diertje is nauwelijks acht centimeter lang en het grootste gedeelte van die lengte wordt nog in beslag genomen door de opvallend lange snavel.
Dank zij die bek en een lange, beweeglijke tong is de kolibri in staat nektar en insekten te verzamelen uit de vaak diepe kelken van bepaalde bloemen.Ondanks zijn geringe omvang is de kolibri een uitstekend vlieger. De kleine vogel kan evengoed voor- en achteruit vliegen als omhoog en omlaag en is zelfs in staat om onbeweeglijk in de lucht te blijven hangen. De kleine vleugels bewegen dan zo snel op en neer, dat het lijkt of ze stilstaan.
De kleine roodkeel-kolibri gebruikt plantaardige vezels om zijn stevige, eivormige nest te bouwen. Het inwendige van zo’n nest wordt bekleed met mos, boomschors en soms zelfs met stukjes textiel. In dat nest, dat niet veel groter is dan een forse noot, legt het wijfje twee witte eieren ter grootte van een erwt.
Er zijn verscheidene kolibri-soorten; de grootste ervan worden ongeveer 20 centimeter lang. Zij komen alleen in Amerika voor. Naast de roodkeel-kolihri zijn er soorten met een blauwe en een zwarte keel; de rest van het lichaam is bedekt met een olijfkleurig vederkleed. Evenals bij de meeste vogelsoorten is het ook bij de kolibri het mannetje, dat de fraaiste kleuren draagt. Er zijn enkele kolibri-soorten,
die een korte bek hebben; zij verzamelen nektar door de kelk van de bloem aan de zijkant te doorboren.