Behalve geld bestaan er ook andere papieren, die waarde kunnen hebben. Daartoe behoren de effecten.
Effecten kunnen een verschillend karakter hebben. Zij kunnen aandelen zijn in een onderneming, winstbewijzen, die iemand recht geven op een gedeelte van de winst in een bedrijf; of obligaties, schuldbewijzen van de staat of van een bedrijf, dat geld geleend heeft en over dat geld elk jaar rente uitkeert.In deze effecten bestaat een drukke handel. Het centrum van die ‘effectenhandel’ is in Nederland de Amsterdamse Effectenbeurs. Elke maandag tot en met vrijdag worden daar ruim een uur lang effecten verhandeld. Kopers en verkopers komen daar bijeen en begeven zich onmiddellijk naar hun ‘hoek’: de vaste plaats, waar effecten van een bepaalde soort verhandeld worden. In die hoek bevindt zich een ‘hoekman’. Hij is lid van de Nederlandse Vereniging voor de Effectenhandel en meestal komen vraag en aanbod voor een bepaald effect bij hem tesamen.
In dat geval is er sprake van een ‘gesloten hoek’. Als de kopers en verkopers géén gebruik maken van de diensten van de hoekman en rechtstreeks met elkaar in contact treden, spreken we van een ‘open hoek’.
De koers van effecten wordt aangeduid in procenten van hun oorspronkelijke (of: nominale) waarde. Als een bepaalde effectensoort met een oorspronkelijke waarde van f 1000 een koers noteert van 153 betekent dit, dat iemand, die dit effect wil kopen er 1530 gulden voor moet betalen.
Behalve Nederlandse effecten worden op de Amsterdamse effectenbeurs ook veel buitenlandse effecten verhandeld. Omdat de internationale effectenhandel nauw verweven is, wordt de ‘stemming’ op de Amsterdamse effectenbeurs sterk beïnvloed door de stemming op de effectenbeurzen van (vooral) New York en Londen.