(Eerste Hulp bij Ongelukken) Steeds meer Nederlanders beginnen de laatste jaren tot het besef te komen, dat het bijzonder nuttig is op de hoogte te zijn met de voornaamste E.H.B.O.-regels. Bij een ongeluk op de weg, in het bedrijf of in huis zijn ze dan in staat het slachtoffer eerste hulp te verlenen in afwachting van de komst van een dokter.
In veel gevallen kan die eerste hulp niet alleen de pijn van het slachtoffer verzachten maar hem zelfs het leven redden.In Nederland is het idee van ‘eerste hulp’ al betrekkelijk oud: reeds 200 jaar geleden begon men er de noodzaak van in te zien, dat ‘gewone’ mensen op de hoogte waren van de eerste maatregelen, die in verdrinkingsgevallen getroffen moesten worden om het slachtoffer te redden. Later kwamen daar verscheidene andere maatregelen bij en op het ogenblik kan een geschoolde E.H.B.O.-er zelfs bij de ernstigste ongelukken voorlopige maatregelen treffen om het slachtoffer te verzorgen.
Wie E.H.B.O.-er wil worden, moet een cursus volgen. Deze cursussen worden onder auspiciën van verscheidene verenigingen overal in het land gegeven door bevoegde artsen. Een cursus wordt besloten met een examen; de cursist, die dat examen met goed resultaat aflegt, krijgt een officieel E.H.B.O.-diploma, dat twee jaar geldig is. Wie dat diploma na twee jaar verlengd wil zien, moet kunnen aantonen, dat hij sinds de eerste cursus regelmatig geoefend heeft.
Drie van de voornaamste E.H.B.O.-regels uit de omvangrijke stof van een cursus zijn:
• vergeet ook na eerste hulp nooit een dokter te waarschuwen;
• verplaats of vervoer een gewonde nooit zonder toestemming van een arts;
• raak een wond nooit aan; was ze nooit uit en bedek ze zo mogelijk met een steriel of antiseptisch verband.