Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

DIEPZEEFAUNA

betekenis & definitie

De meeste planten en dieren in de oceaan leven dicht bij de oppervlakte. Beneden de 200 meter wordt het leven schaarser en schaarser.

Op een diepte van twee kilometer is het ‘nacht’ geworden en is de temperatuur van het water onvoorstelbaar koud. Want zonlicht dringt op deze diepte niet meer door. Dat betekent ook, dat in het diepst van de oceaan geen plantenleven meer voorkomt. Planten immers hebben zonlicht nodig om voedsel te kunnen maken. Ondanks deze ongunstige omstandigheden is er leven in de duistere diepten van de zee; dierlijk leven. De wezens uit deze donkere wereld lijken echter maar weinig op hun soortgenoten uit de hogere lagen van de oceaan. Verrassend is dat natuurlijk niet; omdat ze onder geheel andere omstandigheden moeten leven, is hun lichaam ook geheel anders gebouwd.Een van de voornaamste verschillen is, dat de inwendige druk in het lichaam van diepzeedieren vele duizenden malen groter is dan van gewone vissen. Ze hebben die hoge druk nodig om weerstand te kunnen bieden aan de verpletterende kracht van het water op deze diepte. Op elke centimeter van hun lichaam drukt de kracht van duizenden tonnen water - en om die druk te kunnen weerstaan heerst er in hun lichaam een bijna even grote druk.

Dat betekent ook, dat zulke diepzeedieren zelden levend aan de oppervlakte gebracht kunnen worden. Op het moment, dat ze in zeelagen met een geringere druk komen, spat hun lichaam door de geweldige inwendige druk als een ballon uit elkaar. En ook als ze niet ‘ontploffen’ worden hun inwendige organen zó beschadigd, dat ze zelden of nooit in leven blijven.

Een ander gevolg van de grote druk in de diepte is, dat de meeste diepzeedieren betrekkelijk klein zijn. Ook dat is begrijpelijk: hoe kleiner het lichaam hoe geringer de druk is, die moet worden opgevangen. Daarom meten diepzeewezens zelden meer dan twee meter. Omdat er op grote diepten geen plantenleven meer voorkomt, zijn de meeste diepzeevissen vleeseters. De meeste soorten leven van de dode planten en dieren, die uit de hogere oceaanlagen voortdurend naar de bodem komen zakken. Daarom zijn reusachtige kaken, vlijmscherpe tanden en opvallend-grote ogen (om de prooi duidelijker te kunnen zien) meestal kenmerkend voor dieren uit de diepte van de zee.

Een goed voorbeeld is de addervis. Zijn tanden lijken op die van de tijger en zijn zó groot, dat het onbegrijpelijk is hoe dit dier zijn bek nog dicht kan krijgen. De addervis verslindt met het grootste gemak vissen, die bijna even groot zijn als hij zelf. Dat is ook het geval met de ‘zwarte slokop’ (Chiasmodon niger), die zowel zijn bek als zijn maag op een griezelige manier uit kan rekken.

Veel diepzeevissen zijn lichtgevend in de nacht van de diepte. De zeeduivel draagt aan het eind van zijn sprietachtige kopvinnen ‘lantaarns’; de bathysfeervis draagt op zijn flanken een rij bleekblauwe lichten en heeft sprieten met aan het einde een rood en een blauw ‘lampje’. Bij de addervis zijn de ogen en de vlijmscherpe tanden lichtgevend. Veel diepzeevissen zien er monsterachtig uit. Maar in de diepte van de oceaan leven ook dieren, die opvallen door hun schoonheid. Dat is bijvoorbeeld het geval met de platte sterrenvis, die op elke flank vijf rijen lichtjes draagt en die omgeven is door een krans van lichtende vinnen.

Ook de inktvissen van de diepere oceaan zijn prachtige dieren. Hun lange, sierlijke lichamen zijn overdekt met wonderlijke rode, blauwe of groene lichtplekken; aan het uiteinde van hun twee langste tentakels gloeit een balletje dieprood licht. Garnalen komen in grote hoeveelheden voor in de diepzee. Organen in hun lichamen scheiden lichtgevende stoffen af, die opgenomen worden in hun lichaamsvocht. Als de garnaal in gevaar verkeert, stoot ze dit lichaamsvocht uit in de vorm van lichtgevende wolkjes water. Van dit licht veronderstellen de biologen, dat het de vijanden van de garnaal in verwarring brengt, zodat het verder weerloze diertje een kans heeft om te ontsnappen.

In de diepte van de zee leven ook grote hoeveelheden uiterst kleine diertjes. Veel ervan zijn eveneens lichtgevend en ze herscheppen de nacht van de zeebodem soms in een landschap vol schitterende sterren.

De merkwaardige dieren van de diepzee maken deze koude wereld tot een boeiend landschap vol onvermoed leven; een landschap, dat de meesten van ons echter nooit zullen aanschouwen.

< >