Er zijn tegenwoordig duizenden mensen, die van dieren houden en er prijs op stellen hun lievelingsdier in huis te nemen en te behandelen als een goede kameraad. Katten en honden schijnen daar het meest voor in aanmerking te komen.
In toenemende mate krijgen deze huisdieren-bij-uitstek de laatste jaren echter concurrentie , van allerlei diersoorten als konijnen, eenden, kanaries, ezels, ponnies, schapen, herten, schildpadden, apen, tropische vissen, eekhoorns, egels, paarden, kameleons, papegaaien, koalabeertjes, hamsters, witte muizen en zelfs slangen. Vooral in de Verenigde Staten is het grote mode, de vreemdste diersoorten als troeteldier in huis te nemen. Wie een dier wil gaan houden, moet zijn keus met grote zorg bepalen. Men moet niet alleen rekening houden met de eigen wensen, maar ook met de mogelijkheden van zijn omgeving; met de mogelijke overlast voor buren en familieleden ; met de zorg, die men aan een dier kan besteden en met de kosten die men voor voeding, etc. wil maken.Gewoonlijk gaat de voorkeur uit naar een dier, dat bereid is van tijd tot tijd met zijn baas te spelen en dat op een of andere wijze van zijn aanhankelijkheid blijk wil geven. In dat opzicht zijn katten, honden, apen, ponnies en paarden natuurlijk ideaal; van een slang of een tropische vis kan men nu eenmaal geen kopjes of kwispelende staartjes verwachten !
Wie een hond of een kat wil gaan houden, heeft de keus uit verscheidene rassen. Heel in het algemeen is het zo, dat kortharige honderassen het geschiktst zijn voor stadsbewoners. Rassen als de kortharige fox en de takshond passen zich het beste aan in de beperkte ruimte van een stadswoning. Kortharige honden van een groter formaat zoals de Deense dog en de hazewindhond hebben teveel ruimte nodig en stellen bovendien hoge eisen aan de hoeveelheid voedsel. Cockerspaniels, patrijshonden en andere langharige rassen voelen zich het prettigst op het platteland waar ze ruimte hebben om te rennen en te draven.
Katten passen zich nóg beter aan het stadsleven aan en ze vereisen minder zorg, omdat ze zelf elke dag toilet maken. Doodgewone, kortharige katten verdienen meestal de voorkeur, omdat langharige, exotische katten gewoonlijk nogal veeleisend zijn en bovendien een teer gestel hebben.
Ook het houden van dieren is onderhevig aan modeverschijnselen. Het houden van parkieten kan bijvoorbeeld een paar jaar lang erg in de mode zijn om dan helemaal uit de gunst te raken. Echte dierenliefhebbers trekken zich van deze dwaze smaakverandering natuurlijk weinig aan; bij hen valt het zwaartepunt immers op het dier zelf en niet op de mogelijkheid met vrienden of vriendinnen te kunnen concurreren.
Voor men dieren gaat houden moet men zich goed realiseren, dat elke hond, kat, aap, of konijn ziek kan worden en dan recht heeft op de grootst mogelijke zorg van zijn baas. Een echte dierenvriend zal er in zo’n geval niet voor terugschrikken de huisdierenarts te raadplegen en kosten noch moeite te sparen om zijn dier weer gezond te krijgen. Wie die verantwoordelijkheid niet aandurft, kan het houden van dieren beter aan anderen overlaten.