Hoog boven de zuid-Spaanse stad Granada ligt een indrukwekkend, versterkt paleis: het Alhambra. Het is gebouwd door de Moren, die het zuidelijke deel van Spanje eeuwenlang bezet hebben gehouden.
Toen ze uit Spanje verdreven werden was het Alhambra hun laatste bolwerk; de legers van koning Ferdinand veroverden het in 1492 - in hetzelfde jaar, waarin Columbus Amerika ontdekte. De naam Alhambra betekent ‘de rode’; het fort is zo genoemd naar de rode baksteen waaruit het is opgetrokken. Het Alhambra beslaat een oppervlakte van bijna anderhalve kilometer; de bouw ervan, die in 1248 begon, duurde meer dan 100 jaar. Branden, aardbevingen en oorlogshandelingen hebben het Alhambra zware schade toegebracht, maar zalen, pleinen, fonteinen, houtsnijwerk en mozaïeken laten nog veel zien van de rijke, Moorse bouwkunst uit het verleden.