I, bijgenaamd de Groote, paus van 858 tot 867, deed Photius, den patriarch van Constantinopel, in den ban, hetgeen de afscheiding der Oostersche van de Westersche Kerk ten gevolge had; hij was de eerste, die zich op de pseudo-isidorische decretalen beriep; hij zond herhaalde malen ernstige berispingen aan de fransche bisschoppen; onder zijn pontificaat werd het Christendom aangenomen door Bogoris, koning der Bulgaren.
II, vóór zijne verheffing Gerard van Burgundië genaamd, omdat hij geboortig was uit Savoje, dat destijds aan de koningen van Burgundië behoorde, was eerst bisschop van Florence geweest, en werd door de bescherming van keizerin Agnes, de moeder van Hendrik IV, tot paus verkoren 1058, terwijl gelijktijdig als tegenpaus optrad Johannes van Velletri (Benedictus X), dien hij deed afzetten door de bisschoppen van Toskanen en Lombardijê. De Noormannen Richard en Robert Gutscard werden 1059 door N. II begiftigd, de eerste met het prinsdom Capua, de tweede met Apulië en Calabrië, waardoor die beide vorsten vasallen werden van den Roomschen Stoel; hy droeg veel bij tot bevestiging van de pauselijke macht, doordien hij de bevoegdheid om eenen paus te kiezen uitsluitend in 't Collegie van kardinalen overbracht. Hij stierf 1016.
III, vóór zijne verheffing Giovanni Gaetano Orsini, volgde 1277 JohannesXXI als paus op, dwong keizer Rudolf van Habsburg tot teruggave van Imola, Bologna, Faenza, enz. aan den Kerkelijken Staat, en noodzaakte Karel van Anjou afstand te doen van het vicariaat des rijks in Toskanen en van den titel van patriciër van Rome. In zijne pogingen om de grieksche Kerk weder met de Roomsche te vereenigen, zoomede in die om de rol van bemiddelaar te spelen tusschen den koning van Castilië en Filips den Stoute, was N. III echter niet gelukkig. Hij stierf 1280.
IV, vóór zijne verheffing Hieronimo d’Ascoli genaamd, tot paus verkoren 1283 in weerwil van zijne tegenbedenkingen, was generaal geweest van de orde der Minderbroeders. Hij deed vruchteloos alle moeite om de geestdrift voor de kruistochten te verlevendigen, zond missionarissen uit tot in China, stichtte (1280) in Frankrijk de universiteit van Montpellier, en stierf 1292.
V, in 1528 door Lodewijk den Beier aangesteld als tegenpaus van Johannes XXII, wordt door de Roomsch-katbolieken niet als paus medegeleld, en stierf in de gevangenis; zie COBBIÈRE.—
VI (officieel N. V), vóór zijne verheffing genaamd Thomas Parentucelli of van Sarzana, werd 1477 verkoren tot opvolger van paus Eugenius, en had het geluk, dat de tegenpaus Felix V afstand van zijn pausschap deed (1449), waardoor een einde kwam aan eene lang bestaan hebbende verdeeldheid in de Kerk. Na de verovering van Constantinopel (1453) had deze N. het plan opgevat tot eenen kruistocht van de gansche Christenheid tegen de Turken, toen de dood hem overviel 1455. De bibliotheek van het Vaticaan werd zoo aanmerkelijk door hem vergroot, dat men eigenlijk hem als de stichter van die bibliotheek beschouwen kan.
Gepubliceerd op 29-11-2021
Nicolaas (paus)
betekenis & definitie