een Jezuïet, geb. 17 Sept. 1689 in het Milaneesche, te Menapio aan het meer van Como, ging eerst naar Portugal, werd toen (1721) als missionaris naar Brazilië gezonden, dat hij bereisde zoover het onder portugeesch gezag stond, waarna hij terugkeerde naar Portugal. Door de koningin-weduwenaarLissabon geroepen (1754) haalde M. zich den haat van minister Pomhal op den hals, door wien hij naar Selubal gebannen werd.
Na den aanslag op het leven van koning Jozef werd M., van medeplichtigheid verdacht, in hechtenis genomen (Jan. 1759), en ofschoon men hem niet bewijzen kon schuldig te zijn aan dien aanslag, werd hij echter als schrijver van kettersche boeken aan de Inquisitie overgeleverd, en 20 Sept. 1761 geworgd en verbrand. Een der pennevruchten, die hem zulk eenen gewelddadigen dood berokkenden, was getiteld (in het Portugeesch): Heldhaftig en bewonderenswaardig leven van de welgelukzalige heilige Anna, de moeder van de heilige Maagd.