Definities van Geographisch- historisch woordenboek in de Ensie S
- Scheeren
- Schefler
- Scheiomith
- Schelah
- Schelde
- Schelestadt
- Schelfzee
- Schelhorn
- Schellach
- Schellenberg
- Schellinckwoude
- Schellinghout
- Schellingwoude
- Schellinkhout
- Schelluinen
- Scheltema
- Schemnitz
- Schemyl
- Schen-si
- Schenectady
- Schenkenschans
- Scherif
- Schermeer
- Schermer
- Schermerhorn
- Schernhemstra
- Scherpenisse
- Scherpenzeel
- Schets
- Schettens
- Scheuchzer
- Scheut
- Schevelingen
- Scheveningen
- Schie
- Schiedam
- Schieland
- Schieringers en Vetkoopers
- Schiermonnikoog
- Schiïten
- Schikgodinnen
- Schilda
- Schildwolde
- Schillaard
- Schimmert
- Schin-op-Geul
- Schinderhannes
- Schingen
- Schinnen
- Schinveld
- Schio
- Schipluiden
- Schippers-eilanden
- Schiras
- Schirath
- Schisma
- Schladming
- Schlagintweit
- Schlan
- Schlangenbad
- Schlegel
- Schleiden
- Schleitz
- Schlem
- Schlesien
- Schlestadt
- Schleswig
- Schlettstadt
- Schleusingen
- Schley
- Schlik
- Schlindermanscheid
- Schlitz
- Schlossberg
- Schlötzer
- Schluckenau
- Schlüsselburg
- Schmalkalden
- Schmiedeberg
- Schmölnitz
- Schnectady
- Schneeberg
- Schneekoppe
- Schneidemuhl
- Schnepfenthal
- Schobab
- Schodde
- Schœneus
- Schokkers
- Schokland
- Scholastica
- Scholasticus
- Schomberg
- Schomburgk
- Schönbrunn
- Schönebeck
- Schönefeld
- Schonen
- Schönfels
- Schoonderwoerd
