noemt men het voedingssysteem, dat het gebruik van voedingsmiddelen ontleend aan het doode dier (zooals vleesch, visch, enz.) verwerpt,
en zich in hoofdzaak of uitsluitend tot plantaardig voedsel bepaalt. De strengste richting van het V. verwerpt alle dierlijk voedsel, terwijl een andere opvatting het gebruik van melk, boter, eieren, kaas en honig toestaat. (Lactoovo-Vegetariers). De motieven, die tot het V. leiden, zijn deels van ethischen, deels van medischen aard. De liefde tot de dieren, die het Boeddhisme reeds in hooge mate predikte en verschillende oude godsdienstige secten voorstonden, gebiedt den gevoelsvegetariërs het leven der dieren te ontzien, voor zoover dit niet in onafwendbaar conflict komt met de belangen der menschheid; door hen wordt op den voorgrond gesteld, dat het zedelijk-ongeoorloofd is, den dieren het lijden te doen' ondergaan, dat aan het veefokken, veevervoer, slachten enz. onvermijdelijk verbonden is. Zij vergeten echter, dat volgens het Boek der Boeken het vegetarisme niet voorgeschreven is. Men leze Genesis I : 26—28 en Psalm 8. God schiep de dieren ten behoeve der menschen.
Bij zeer vele vegetariërs staan echter de quasi-verstandelijke motieven op den voorgrond. Zij meenen uit de gesteldheid van het menschelijk lichaam ten gunste van het V. verschillende argumenten te kunnen aanvoeren. Zij beweren b.v., dat het gebit der menschen de meeste verwantschap met dat der vruchtetende dieren bezit en van nature meer tot plantaardig voedsel voorbeschikt is. Deze bewijsgronden zijn echter ondeugdelijk. De V. meenen krachtige bewijzen te hebben voor een vegetarische leefwijze, n.l. de leefwijze van natuurvolken, het minder voorkomen van kanker, jicht en andere ziekten bij die volken, en de bevredigende gezondheidstoestand, waarin de vegetariërs zich mogen verheugen. Deze toestand vindt volgens hun tegenstanders in andere oorzaken zijn verklaring, als b.v. de matigheid of onthouding, door de meeste vegetariërs betracht in ’t gebruik van alcoholhoudende dranken en tabak. De strijd over het nut van het dierlijk voedsel is nog verre van beslecht, maar de meest-bevoegde beoordeelaars zijn voorstanders van een gemengde voeding.
