terugkaatsing, weerkaatsing, weerschijn, weerspiegeling, afspiegeling, (spiegel)beeld; nadenken, overdenking, overweging, gedachte; hatelijkheid; afkeuring; cast (throw) reflections on, schampere
opmerkingen maken over, een blaam werpen op; on (better, further) reflection, bij nadere overweging, bij nader inzien.