Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 28-02-2022

fiddle

betekenis & definitie

I. viool, vedel; fiedel; hang up one's fiddle, de lier aan de wilgen hangen; play first fiddle, de eerste viool spelen;

II. viool spelen, vedelen, fiedelen; fiddle about (at), friemelen (futselen) aan; fiddle away, er op los strijken; fiddle with, spelen, schermen met [zijn handschoenen];

III. fiddle away, verleuteren.

< >