Orde Caprimulgiformes Nachtzwaluwen Familie: Steatornithidae Vetvogels (Steatornis)
Familie: Podargidae Uilnachtzwaluwen (Batrachostomus, Podargus)
Familie: Nyctibiidae Reuzennachtzwaluwen (Nyctibius)
Familie: Aegothelidae Dwergnachtzwaluwen (Aegotheles) Familie: Caprimulgidae Nachtzwaluwen (Caprimulgus, Chordeiles, Eurostopodus, Macrodipteryx, Semeiophorus)
Nachtzwaluwen zijn schemerings- en nachtdieren, die op de noordelijke helft van alle continenten voorkomen. Opvallend is de zeer grote mondopening, die tot achter de ogen reikt. Verder hebben ze grote ogen, zwakke poten en een zacht verenkleed, dat zeer kunstig getekend is als boomschors. Op één soort na voeden ze zich met kleine dieren. Deze ene soort is de in 1799 door Alexander von Humboldt ontdekte vetvogel. Deze soort leeft in donkere grotten, waar hij zich net als de vleermuizen oriënteert met behulp van echolodingen, als een soort radar.
Hij maakt ’s nachts enorme voedselvluchten, op zoek naar vruchten. Zijn jongen zijn uitzonderlijk vet en worden door de indianen verzameld voor „huishoudelijke doeleinden“. De uilnachtzwaluw en de reuzenkikkerbek zijn karakteristiek voor de grote nachtzwaluwen van het Indo-Australische gebied. De eerste legt twee eieren, de tweede één ei, in een open boomnest. Ze leven in bosrijke gebieden, de eerste soort ook in woestijnen. Ze hebben een opvallende schrikhouding en een luide roep.
Ze zoeken hun meeste prooidieren op de grond. De reuzennachtzwaluwen nemen in rust een vertikale houding aan, waardoor ze verrassend veel op een kale takstomp lijken. In deze houding bebroeden ze ook hun ene ei, dat ze zomaar op een tak leggen. Ze brengen een haast menselijke roep voort. De dwergnachtzwaluwen zijn veel kleiner en hebben een zwakkere snavel, die haast onder de voorhoofdsveren verscholen gaat. Ze leven in dichte wouden, waar ze zich overdag verscholen houden in holle bomen, waarin ze overigens ook broeden.
De meeste soorten nachtzwaluwen behoren tot dezelfde familie als de bij ons inheemse nachtzwaluw, ook wel geitemelker genoemd, naar het fabeltje dat hij ’s nachts stiekem de geiten zou melken. Nachtzwaluwen zitten overlangs op de takken, in plaats van dwars, zoals andere vogels. Ze slapen overdag en klappen tijdens de baltsvlucht met de vleugels tegen elkaar. De eieren worden zonder meer op de grond gedeponeerd. De bij ons voorkomende soort leeft in naaldbos. Het zijn de enige vogels die bij koude in een verstijfde lethargische toestand kunnen geraken.
Een Amerikaanse soort gaat zelfs op die manier helemaal in winterslaap. Zijn naaste verwant is whip-poorwill, die naar zijn roep genoemd is. De wimpelnachtzwaluw en de vlaggennachtzwaluw hebben enkele tot lange wimpels omgevormde slagpennen, die een signaalfunktie hebben.