Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Zeevaart

betekenis & definitie

In Groningen sinds de Middeleeuwen vooral synoniem met kustvaart. Tot het begin van de 18de eeuw was de Groninger zeevaart kleinschalig en beperkte ze zich vooral tot dichtbijgelegen havens in Nederland, Duitsland en Denemarken.

Vanaf het midden van de 18de eeuw breidde ze zich uit naar Zuid-Europa, het Oostzeegebied en Rusland.In de 19de eeuw voeren Groninger schepen ook naar Amerika en Azië. In deze bloeiperiode van de Groninger zeevaart had van de circa tweeduizend Nederlandse zeeschepen bijna de helft zijn thuishaven in Groningen; het aandeel in tonnage bedroeg door het relatief klein laadvermogen 23%. Groningen speelde in deze tijd een bescheiden rol als distributiecentrum in de internationale graanhandel. De bloei van de zeevaart had ook haar weerslag op de scheepsbouw in de provincie. Met het instorten van de internationale graanhandel in de jaren 1860 nam ook het belang van de Groninger zeevaart af. Nieuwe producten als aardappelmeel en strokarton namen na verloop van tijd de plaats van het graan in en zorgden voor een nieuwe bloeifase, die echter achterbleef bij die van Nederland als geheel. Het voornaamste operatieterrein van de Groninger zeevaart bleef - tot op heden - Noordwest-Europa.

Zie ook Oostzeevaart.

lit.: P.J. Herwerden, De Groninger Zeevaart in de tweede helft der 19e eeuw (Arnhem 1969); W. van Koldam, H. van der Veen en J.N. Wilkens, Veenkoloniale Zeevaart (Veendam 1979); M. Clement, Transport en economische ontwikkeling. Analyse van het transportsysteem in de provincie Groningen (1800-1914) (Groningen 1994): F. Post, Groninger Scheepvaart en Scheepsbouw vanaf 1600 (Bedum 1997).

< >