In 1798 werd in Groningen een Academie van teeken-, bouw- en zeevaartkunde gevestigd. Deze kreeg in 1831 de naam Academie Minerva.
In 1855 werd de school gesplitst in drie afdelingen: bouw- en werktuigkunde, teken- en schilderkunst, en zeevaartkunde. In 1863 werd de afdeling Bouwen werktuigkunde ondergebracht bij de burgerdag- en avondschool. Begin jaren ’70 werden de afdelingen Teken- en schilderkunst en Zeevaartkunde gesplitst. In 1921 kreeg het Groninger zeevaartonderwijs een eigen gebouw aan de Hofstede de Grootkade. In 1933 kreeg de school aan de Noorderstationstraat een internaat, genaamd 'Admiraal van Kinsbergen’. De school werd in 1935 ondergebracht bij de MTS en de Kunstnijverheidsschool aan de Petrus Driessenstraat.
De zeevaartschool van Delfzijl werd in 1856 opgericht als School voor Nijverheid en Zeevaart. Tot 1866 was het een vijf afdelingen tellende eenmansschool, vanaf 1859 gevestigd aan de Landstraat. De school reorganiseerde in 1879. Ze kreeg twee afdelingen en veranderde van naam: School voor Zeevaartkunde en Meer Uitgebreid Lager Onderwijs. Deze afdelingen splitsten in 1885. In 1909 kwam de instelling onder gemeentelijk bestuur.
Bij de inwerkingtreding van de Nijverheidswet van 1921 werd het een middelbare nijverheidsschool. De school kreeg in 1923 een logementschip, de 'Abel Tasman’, als internaat. De school, vanaf dat moment de Noorderkweekschool Abel Tasman, groeide uit tot een van de grootste zeevaartscholen in Nederland en betrok in 1931 een nieuw gebouw.Lit: J.A. Muller, Herdenkingsrede ter gelegenheid van het 150-jarige jubileum van de Zeevaartschool (Groningen 1948); C. Roggenkamp, 110 jaar zeevaartschool te Delfzijl, 1856-1956 (Delfzijl 1956).