(Sneek 1656 - Leiden 1731)
Studeerde filosofie en theologie in Franeker (1670) en Leiden (1673). Hij was gereformeerd predikant in Midlum (1675), hoogleraar theologie in Franeker (1676), hoogleraar theologie en academieprediker in Groningen (1682) en hoogleraar theologie in Leiden (1689).
Van Marck was een Voetiaans theoloog die in Groningen in conflict raakte met zijn collega Johannes Braunius vanwege diens Coccejaanse opvattingen, wat in de jaren 1686-1687 tot een felle polemiek leidde. Hij publiceerde vele dogmatische en exegetische werken, die door zijn studenten lange tijd als leerboeken werden gebruikt.
Lit.: Biografisch Lexicon Geschiedenis Nederlands Protestantisme III, 259-261.