Vereniging van lezers die voor gezamenlijke rekening lectuur aanschaft. Er bestaat onderscheid tussen gezelschappen die de lectuur slechts rond lieten gaan (leescirkels) en gezelschappen die ook bijeenkomsten hielden om het gelezene te bespreken (leessociëteiten).
Eerstgenoemde vorm was de overheersende in de provincie. Vanaf de 19de eeuw nam ook de middenstand deel. In 1826 bestonden er ruim honderd in de provincie Groningen, verdeeld over 79 plaatsen. De lectuur bestond meestal uit letterkundige tijdschriften, reis- en levensbeschrijvingen en romans.Lit.: R. van Hemmen, ‘Het leesgezelschap van Loppersum 1770-1944’, Driemaandelijkse bladen 47 (1995) 71-149: J.S. van Weerden, De geschiedenis van het Leesgezelschap Leens van 1790-1950 (Groningen 1950).