Rond 1885 begon men vanuit Zoutkamp met een tiental zeilbootjes in de Lauwerszee met de garnalenvisserij. Vanaf 1925 verving de motor de zeilen.
De afzet bestond uit veevoeder- en consumptiegarnalen. Rond 1955 kwam de veevoedersector stil te liggen.De garnalen worden aan boord levend gekookt en werden vroeger aan de wal gepeld. In 1900 bedroeg het pelloon een stoter (12 1/2 cent) per kilo. Thans bedraagt het ca. 10 gulden per kilo in grote moderne pelcentra, veelal in Marokko. Men had gehoopt dat pelmachines uitkomst zouden bieden. Tot op heden levert de machinale verwerking nog geen 100% resultaat, al is de kwaliteit ervan langzamerhand enorm verbeterd. Ook ongepelde garnalen vinden een goede markt in Parijs. Het pellen zelf geeft werk aan duizenden vrouwen.
Op zee werd de visserij door de sterkere motoren en koelruimten aanzienlijk verbeterd, terwijl ook in Zoutkamp zelf het bedrijf Heiploeg zich steeds uitbreidde. Dit resulteerde in 1998 in de bouw van een hypermoderne verwerkingsfabriek waarmee een investering van 85 miljoen gulden gemoeid was. Hier vinden ongeveer 250 mensen werk. Deze fabriek levert thans alles voorverpakt, gekoeld en geconserveerd aan onder andere grootwinkelbedrijven in binnen- en buitenland; België en Frankrijk zijn de grootste afnemers.