(Leeuwarden 1604 - Pekela 1653)
Trad sinds 1629 op als vervener in de venen langs de Pekel-Aa, van 1630-1635 en in 1644 officier in het leger. Ten onrechte wordt hij beschouwd als stichter van Oude Pekela, maar hij kan wel als belangrijke grondlegger beschouwd worden. Rond 1635 was hij in het bezit van het grootste gedeelte van de Pekelvenen. In datzelfde jaar verkocht hij een groot veencomplex aan de stad Groningen, maar hij raakte steeds meer in conflicten en juridische procedures met het stadsbestuur verzeild, totdat hij aan het eind van zijn leven een berooid en gedesillusioneerd man was geworden.
Lit.: D. Kuil, Feicke Alles Clocq. Grondlegger van de Pekela's. Biografie en genealogie (Ten Boer 1995).
