I. Koning van Israël, zoon en opvolger van Jehu.
Hij regeerde 17 jaren, in welke hij voortdurend door de Syriërs werd geplaagd, 2 Kon. 13 : 1—9.II. Koning van Juda, zoon en opvolger van Josia. Hij regeerde slechts 3 maanden, werd door Farao Necho gevangen genomen, en stierf in Egypte, 2 Kon. 23 : 30 v.
III. Dezelfde als Ahazia, 2 Kron. 21 : 17.