Definities van Nederduitsche spreekwoorden in de Ensie V
- Vaagt uwen mond maar, en zegt dat gy gegeten hebt
- Van aken tot paschen
- Van dage om geld, morgen om niet
- Van de gavel in de greep
- Van duinkerken ten haring varen
- Van eenen leugen komen’er veele
- Van geven steft men
- Van haver, tot gort
- Van keurboom tot vuilboom komen
- Van lieverlee
- Van mond ten hemel varen
- Van verre reizen liegt men veel
- Van vooren af aan, zei bilderbeek
- Veel goed, veel dul
- Veel honden is der haazen dood
- Veel koks verzouten den bry
- Veel verhuizen kost veel bedstroo
- Veele handen maken licht werk; maar zyn de droes in de schotel
- Verandering van spijze doet wel smaaken
- Verdraagt u als katten en honden behooren te doen
- Verloren maandag houden
- Verlost gy ymand van de galg, hy zal’er u tot loon graag zelf aan hangen
- Verrot myn hooi, zo wast myn kool, zei de boer, doe ’t regende
- Viel’er een steen uit den hemel, hy zou op myn hoofd vallen
- Visschen hebben een goed leven: zy drinken als zy willen, en zy worden niet gemaand om ’t gelag
- Voet by stek zetten
- Voet voor voet gaat men met’er tyd verre
- Vogels van eener veêren vliegen graag zamen
- Voor de honden jagen
- Vreemde oogen dwingen
- Vreemde zorgen dooden den ezel
- Vrienden kost is haast bereid
- Vroeg ryp, vroeg rot, vroeg wys, vroeg zot
- Vrolyke waarden maken vrolyke gasten
- Vroom heeft een koe gestolen
- Vryen is een leugenachtig ambacht
- Vryen onder ’t zelve dak, is een groot gemak
- Vuil water bluscht ook brand