Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

ZOON DES MENSEN

betekenis & definitie

is een uitdrukking, die in het N.T. gewoonlijk (niet b.v. Hebr. 2 : 6) van Jezus en dan doorgaans (niet Hand. 7 : 56; Openb. 1 : 13; 14 : 14) door de Heiland zelf wordt gebruikt.

In het Grieks staat de uitdrukking bijna steeds in de eerste naamval met het lidwoord. Over de afleiding en de betekenis van deze naam bestaat verschil van mening. Aan de ene kant denkt men aan een echt Semietische zegswijze, die op één lijn staat met zonen van het bruidsvertrek, Matt. 9 : 15, die een parallel heeft in plaatsen als Num. 23 : 19; Job 25 : 6; Ps. 8 : 4; Jes. 51 : 12 en die zou zeggen, dat Jezus een echt mens is. Aan de andere zijde wijst men vooral op Dan. 7 : 13, waarvan Jezus zou zijn uitgegaan en dan ook op Ez. 2 : 1 enz. De naam zou dan een Messiastitel wezen en Jezus overal aanduiden als Dengene, die boven het menselijke verheven was. Men let er dan op, dat de uitdrukking nog al eens voorkomt op plaatsen, die spreken van Jezus’ macht en majesteit, als Matt. 26 : 64. Wij achten de eerste verklaring te verkiezen op grond van de afleiding en op grond van het feit, dat Jezus ook Zoon van God heet.

< >