Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

TIMMERMAN

betekenis & definitie

De t. in het O.T. bewerkte het hout bv. als schrijnwerker; bovendien maakte hij de weinige houten gereedschappen voor het huis en de landbouw (bv. deuren, ploegen, dorssleden). Als werktuigen worden genoemd de bijl (Deut. 19 : 5; 1 Sam. 13 : 20; Jes. 10 : 15) de zaag (Jes. 10 : 15) het richtsnoer, de schaaf en de passer (Jes. 44 : 13).

Het woord t. in het N.T. (tektoon) betekent eigenlijk bouwheer en niet t. In Palestina, waar de huizen bijna geheel van steen worden opgetrokken, moet men bij een tektoon niet denken aan een t., doch aan een bouwmeester. Zulk een tektoon was Jozef, Matt. 13 : 55; Marc. 6 : 3.

< >