is de naam van een afdeling van het Rom. leger. In de oudste tijd telde het — 3000 soldaten, in de keizertijd 5000 tot 6000, waarbij dan nog enige ruiterij kwam.
Het l. werd verdeeld in 10 cohorten, de cohorte in 3 manipels en deze in 2 centuriën. Commandant van een l. was een legaat, van de cohorte een tribunus militum, als Claudius Lysias, Hand. 23 : 26, van de centuria een centurio, als Julius, Hand. 27 : 1. De l. bestonden uit zwaargewapenden, en werden aanvankelijk gelicht uit de Rom. burgers, later ook uit de bewoners der provinciën, die als l.soldaat het burgerrecht ontvingen. Hoofdkwartier van het Rom. leger in Palestina was het tot Judea behorende Caesarea. Het garnizoen van Jeruzalem was in normale tijden niet zo groot, vermoedelijk slechts enkele cohorten, maar op de feesten en in onrustige tijden werd het aanzienlijk versterkt. Figuurlijk wordt l. gebruikt Marc. 5 : 9, 15; Luc. 8 : 30 als naam van één of meer boze geesten, om hun macht of aantal aan te duiden.