Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

EDOM

betekenis & definitie

„rood”, de spotnaam voor Esau, om zijn rosse kleur en het verlangen naar het roodgekleurde linzenmoes, Gen. 25 : 25, 30. Het is ook de naam voor het land en volk van Esaus nakomelingen.

Daarom is er sprake van het land E., Gen. 36 : 16, 21, 31, de landstreek van E. Gen. 32 : 3, het gebergte Esaus Ob. vs 8, 9, 19, 21 of kortweg E., Am. 1 : 6. Het gebied van E. was op het gebergte Seïr. De N. grens was de beek Zered, Deut. 2 : 13; de frontieren van het Z. weet men niet precies, maar wij weten wel dat Elath en Ezeon Geber meermalen tot E. behoorden. De grensberg met Israëls gebied was de Dsjebel Halak, de Kale berg, Joz. 11 : 7. Het land E. lag aan weerszijden van de Araba d. i. de laagte van de Dode Zee tot de Aelanietische Golf. Naast jacht en handel waren veeteelt en landbouw bestaansmiddelen, vooral in het O.lijke gebied. Num. 20 : 17, Ez. 25 : 13. Het W. was veel minder vruchtbaar; typisch zijn de rode, roestkleurige Nubische zandsteen en witte kalksteen; de profeten, die het oordeel over E. aanzeggen, spreken de bewoners aan: Gij die woont in de kloven der steenrotsen, die u houdt op de hoogte der heuvelen, Jer. 49 : 16; Ob. : 4. De onvruchtbaarheid van dit W.lijke E. wordt geschetst in de woorden van Isaak tot Esau: Zie ver van de vette grond der aarde zal uw woonplaats zijn, ver van des hemels dauw die van boven afdaalt, (Gen. 27 : 39 vert. Böhl). Omdat E. aan verschillende zijden omringd was door de woestijn, waren de Edomieten voor uitbreiding van hun gebied aangewezen op het N.; daardoor was strijd met Juda onvermijdelijk. E. lag in een gebied met een diep dalingsveld in het midden, de Araba; dit was begrensd door breukranden in de aardkorst, waaruit postvulkanische warme bronnen konden opstijgen; interessant is daarom Gen. 36 : 24: ... dit is de Ana, die de hete waterwellen in de woestijn vond (vert. Böhl); zulke thermen = warme bronnen zijn waargenomen door A. Musil.

< >