Wat is de betekenis van tot?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tot

I. vz., 1. ter aanduiding van het punt waartoe een beweging loopt of een afstand of zaak zich uitstrekt, zonder verder te gaan : van hier tot daar; van mijn huis tot de brug ; de trein rijdt tot Amsterdam ; het water stond tot aan de ramen ; — bedelen, van deur tot deur, huis aan huis ; — van mond tot mond gaan, overal rondverteld worde...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tot

tot - Voorzetsel tot - Voegwoord 1. geeft onderschikkend de voorwaarde waaronder de actie in de hoofdzin eindigt We wandelen verder tot het regent. Woordherkomst afkomstig van: Middelnederlands: tote Oudernederlands: tuote Spreekwoorden ...

2025-07-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tot

tot - voorzetsel, voegwoord 1. niet verder dan ♢ ze liep met me mee tot de ingang 1. tot op zekere hoogte ben ik het met je eens [ik ben het gedeeltelijk met je eens] 2. dat is...

2025-07-17
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

tot

Komt ge dan tot bij mij? (Kom je bij mij langs?)

2025-07-17
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

tot

vz., (ook:) 1. tegen, met (spreken). Hij wordt kwaad als ik Surinaams ( ) tot hem spreek (Ferrier 1968: 35). Johnny vond het prettig, dat zijn tante niet meer zoveel tot hem sprak als zij in het begin, toen zij pas terug was, had gedaan (Doelwijt 1972b: 19). U spreekt tol.. (alg. als begin van een telefoongesprek). . versterking bij ‘naar&r...

2025-07-17
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

tot

bepaling van plek, rigting, tydstip; teen; vjr; aan; totdat; tot dusver, dusver, sover; tot nog toe, tot dusver; tot siens, afskeidsgroet.

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tot

conj., o(a)nt; praep., o(a)nt, oan...ta; (richting), ta; — zich nemen, nei jin nimme; — zichzelf komen, ta jinsels komme; — nog toe, oant nou ta, duslang.

2025-07-17
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Tôt

vroeg; spoedig; tôt ou tard, vroeg of laat; plus vroeger; au plus tôt, zo spoedig mogelijk; op zijn vroegst; le plus tôt sera le mieux, plus tôt que pim tard, hoe eer hoe beter; il avait tôt fait de le démasquer, hij had hem spoedig ontmaskerd.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

tot

I. 1. peuter; 2. borreltje. II. 1. optelling, (optel)som; 2. optellen (ook: tot up); 3. oplopen; it tots up to..., het beloopt...